Suzanne neemt je mee,
naar een bank aan het water,
duizend schepen gaan voorbij
en tch wordt 't maar niet later,
en je weet dat zij gijn gek is,
want daarom zit je naast haar
en ze geeft je pepermuntjes,
want ze geeft je graag iets tastbaars
en net als je haar wilt zeggen:
'ik kan jou geen liefde geven'
komt heel de stad tot leven en hoor
je meeuwen schreeuwen,
je hebt steeds van haar gehouden,
en je wilt wel met haar meegaan,
samen naar de overkant
en je moet haar wel vertrouwen,
want ze houdt al jouw gedachten in haar hand
...
Suzanne neemt je mee,
naar een bank aan het water,
je onthoudt waar ze naar kijkt,
als herinnering voor later
en het zonlicht lijkt wel honing,
waaraan kinderen zich te goed doen
en het grasveld ligt bezaaid met wat de
mensen zoal weg doen,
in de goot liggen de helden,
met een glimlach op de lippen
en de meeuwen in de lucht,
lijken net verdwaalde stippen,
als Suzanne je lachend aankijkt
en je wilt wel met haar meegaan,
samen naar de overkant
en je moet haar wel vertrouwen,
want ze houdt al jouw gedachten in haar hand.
maakt niet uit dat het nummer over een meisje het het down-syndroom gaat.